dinsdag 19 februari 2008

Het boek als galdepot


Geen wonder dat de Oostenrijkers Thomas Bernhard haten. Tot afgelopen zaterdag dacht ik dat de afkeer van Nestbeschmutzer als Bernhard en Jelinek in eigen land werd ingegeven door een sterk ingekookte burgerlijkheid, vet en zwaar als de Goulaschsuppe in hotel Kreuzhof. Zo zout heb je het nog niet gegeten.

Weinig kon ik vermoeden dat ik, geconfronteerd met de keuze tussen kunstenaar en koekoeksklok, nog eens de kant van het gefiguurzaagde uurwerk zou kiezen. Maar een paar uur met 'Gathering evidence', de memoires van Thomas Bernhard, in de trein van Tirol naar Utrecht, en alles veranderde. Eerst verzette ik mij nog. Ik en balkonbakken met geraniums? Doorlezen! Ik en knoedelsoep? Wat schrijft die man toch prachtig! Pas toen ik de wens voelde om mij voor de ICE te werpen waarin ik zat te lezen, begon het mij te dagen.

Bernhards grootvader, degene van wie hij als kind het meest hield, dreigde voortdurend met suicide. Bernhard zelf heeft zich talloze malen willen verhangen. Nu was ik de volgende in de rij.

Lees Primo Levi en je hart scheurt, maar je verliest niet alle hoop. Lees Brian Keenan en je ziet momenten van loutering in de diepste kwelling. En mensen blijken slecht, maar ook goed. Misschien dat Bernhard zo misvormd was door zijn ervaringen als kind dat hij ook als volwassene niet in staat bleek tot een gedifferentieerde visie. Misschien dat hij niet anders kon dan zijn autobiografie gebruiken als galdepot.

Ieder mens is geneigd steeds opnieuw de omstandigheden te creeren die hij als kind heeft gekend. Werd hij gehaat, zoals Bernhard door zijn moeder, dan zal hij ervoor zorgen dat hij later steeds opnieuw gehaat wordt. Herhalingsdwang, noemde Freud dat. Natuurlijk mag ook de literatuur daarvoor worden ingezet. De lezer als de boze moeder.

Alleen wilde ik die niet zijn. Ik had geen trek in de agressie die Bernhards onvermengde bitterheid opwekt. En dus maakte ik mij los uit de keten van ongeluk, werd niet de volgende generatie. Even had ik de zweep in handen gehad waar Bernhards moeder hem genadeloos mee afranselde. Toen koos ik de kant van het mishandelde kind. Dat kon alleen door het boek van de man met een harde klap dicht te slaan.

dinsdag 5 februari 2008

Parshippen met schrijvers


'Ik ben wat aan het parshippen geweest,' zei iemand deze week tegen mij. Dat had geresulteerd in contact met een leuke man. Een relatie was het nog niet. Ook geen affaire. Wat het ook maar was: het had nog geen naam. Of de absurde garantie die NRC en de Volkskrant geven ('Vind je grote liefde. Met zekerheid.') dus op zal gaan? Dat moet nog blijken.

Parshippen met schrijvers kan ook. Bestel een boek bij Amazon of Bol, en de contactverzoeken stromen binnen. Schrijvers die menen aan jouw profiel te voldoen melden zich aan voor een eerste orientatie, en wie weet, als het klikt, voor meer. Zelfs een heuse bestelling is niet uitgesloten! Hun zelfvertrouwen ontlenen ze aan de reeks afspraakjes met andere lezers. Mensen die net als jij x bestelden, kochten ook y.

Ook aanbevelingen op de omslagen van romans lezen als formules uit de logica. Zo staat op een boek dat ik pas las een quote uit de Daily Express: 'If you like Sebastian Faulks and Carlos Ruiz Zafon, you'll love this'. Ach, als het toch eens zo simpel was. Je hoeft alleen aan de voorwaarden voor de komma te voldoen, en je zit geramd, bij het lezen van 'Winter in Madrid' van C.J. Sansom! Sterker nog: je zult zelfs gaan van 'like' naar 'love'.

Do two likes make love? In werkelijkheid is het, zoals altijd, niet zo voorspelbaar. Tussen mij en Sansom klikte het best aardig. Hij schrijft zonder opsmuk en met een plot. En ik had een duidelijk motief om 'Winter in Madrid' te lezen: ik ben geinteresseerd in de manier waarop hij omgaat met zijn materiaal. Zelf zal ik immers ook gebruik maken van historische settings, in mijn roman over Maruca Reyes.

Maar een tweede date, laat staan een grote liefde, met - gekker moet het toch niet worden - ook nog eens zekerheid? Dat zit er niet in, met Sansom. Is dat erg? Welnee, in mijn vuur passen vele ijzers. Intussen heb ik een nieuwe, veelbelovende ontmoeting gehad, ditmaal gearrangeerd door een huwelijksbureau: het bargain basement op de zolder van de American Bookstore in Den Haag, een van mijn favoriete jachtgebieden.

Daar kocht ik 'The book of illusions' van Paul Auster. Ik vond het prachtig, en las ook 'The Brooklyn Follies', dat ik bij Pieter in de kast aantrof. En nu ben ik verliefd. Zaterdag gaan we samen, Paul en ik, met de trein naar Oostenrijk. Ik weet dat het mooie uren zullen worden. Aan het eind staat Pieter op mij te wachten. Als je gek bent op Paul, houd je zeker van Pieter.