maandag 15 oktober 2007
De lendenen van Lubbers
Ik word steeds onverdraagzamer. Niet in alles - op veel terreinen ben ik behoorlijk mild, met een aanleg voor aanvaarding. Maar op een punt win ik aan onbuigzaamheid: ik wil mijn tijd niet verdoen met dingen die mij onberoerd raken, of die, nog erger, mij wel beroeren, maar dan als de lendenen van Ruud Lubbers in een VN-gebouw.
Alleen weet je niet altijd tot welke categorie iets zal behoren. Zo kreeg ik vandaag het verzoek om zitting te nemen in een discussiepanel, over debutanten en kritiek. Ik ben allang geen debutant meer, ik lees geen kritieken, ik schrijf ze niet, en als ik er af en toe toch een onder ogen krijg (zoals gisteravond de galbakkerij van Arie Storm over 'De steniging' van literair debutant Frenk - denk het accent erbij- van der Linden), dan word ik bevestigd in mijn besluit. Waarom zijn recensenten toch vaak zo woedend?
Misschien begrijp ik het wel een beetje, vanuit de hoedanigheid waarin ik de uitnodiging kreeg: als jurylid. De debuten bleven maar komen, de afgelopen maanden. En ze konden me lang niet allemaal boeien, terwijl ik de in Londen gescoorde biografie van Garcia Lorca en de autobiografie van Thomas Bernard moest laten liggen. Dan moet je oppassen om niet chagrijnig te worden.
Kwalificeert dit mij nu om deel te nemen aan het debat, of juist niet? En, nog veel belangrijker, zal het een leuke avond zijn, is het goed af en toe vanachter mijn bureau vandaan te komen, me door Bram, mijn Tomtom-man, naar een bestemming te laten voeren, mij te mengen in het hoofdstedelijke circuit voor een beetje ego- en zinnenstrelerij, te praten, te lachen, te debatteren? Of is het zo'n actviteit waar ik in een onbezonnen ogenblik ja op zeg, maar waar ik meer en meer tegenop ga zien naarmate de datum nadert, en zit ik daar straks met spijt, en met verlangen naar mijn stille kamer, en de boeken die daar staan, en kost het me na afloop, als ik allang terug ben in die kamer, een dag om de stilte in mijzelf weer te hervinden?
Jenny Diski heeft over dit dilemma een heel boek volgeschreven: 'On Trying To Keep Still'. Voor een aantal maanden nam ze haar intrek in een cottage, om alleen te zijn, om te schrijven. Maar de cottage stond op het erf van een boerderij, en de boerin kwam af en toe kijken of Diski nog wel leefde. Dat werd haar niet in dank afgenomen, en Diski beschrijft in detail hoe ze zich verplicht voelde tot enig sociaal verkeer. Ook reed er af en toe een tractor langs.
Met belangstelling las ik het geneuzel, omdat ik ook altijd beide wil: gezelschap en leven om mij heen, en stil zitten, met een boek dat ik lees of een boek dat ik schrijf. Alleen vond ik Diski niet helemaal eerlijk. Want ze klaagde wel veel over de onmogelijkheid van werkelijke rust, maar onderzocht onvoldoende haar motief om een huisje te huren op een erf, en niet, wat toch ook prima had gekund, een huis dat ergens op zichzelf stond, in een verlaten landschap. En daarmee kreeg haar innerlijke strijd de verschijningsvorm van strijd met een ander.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
5 opmerkingen:
Iets beroert je als de lendenen van Lubbers.
Ja, deze houden we erin.
Ja, lekker vies dat, he?
Ja, die lendenen van Lubbers: nu al een klassieker. Je was er nog niet opgekomen, voordat je ging schrijven, wed ik. Dat is het mooie van schrijven: de vondsten aan het verborgene onttrekken.
Ik herken veel. Ik ga nu even in op het energieverlies en: een dag nodig hebben om de stilte weer te vinden in jezelf. En vind hier twee dingen van. Ik weet tegenwoordig beter het effect te calculeren op mijn geest van de dingen die ik zie en lees. Dat moet ik waarschijnlijk ook, want nu ik bijna 50 word merk ik dat de energie niet oneindig is. Dat je je dat realiseert is eigenlijk wel een goede zaak. Je komt namelijk toe aan de essenties.
Aan de andere kant baal ik dat mijn batterijen steeds sneller leeglopen. Het geeft een constant vermoeid gevoel. Je bent eigenlijk de hele dag bezig met blokkeren van indrukken. Toen ik laatst de eersteklas van de trein naar Arnhem binnenliep zat iedereen zo druk te bellen dat het net de kakelende legbatterij van een call center leek. Ik tastte toen snel naar mijn MP3 spelen, zoals een astmalijder naar zijn inhalator, maar ik was hem vergeten. En bij het vooruitzicht de hele reis tussen die kakelende gekken te moeten zitten raakte ik enigszins in paniek. Zoals ik ook in paniek raakte tijdens een bezoek aan de Media Markt. Ik kon er nog net een Tom Tom voor jou meesnaaien.
Ja, it's a mixed bag of tea, dat ouder worden. Of is het gewoon tijd om de stad de rug toe te keren? De krant weg te doen (dat deed ik gisteren). En geen tv meer te kijken. (Moeilijk, moeilijk). Vast een fikse baal dependslips in te slaan. En 'Exit Ghost' van Roth te gaan lezen. Dat doe ik momenteel. En ik lig 's morgens wakker. Maar nu ga ik een herfstwandeling maken! Dag!
Thomas Bernhard? Is er een autobiografie van Thomas Bernhard?
Dat is een held van mij! Er is geen enkele woedende negatieveling om wie ik zo heb gelachen en altijd weer moet lachen, als T.B. Dit is mijn favoriete foto van hem: hij probeert te lachen!! http://marinalog.web-log.nl/marinalog/2005/10/hilariteit.html
Dank voor de tip.
Thomas Bernhard die probeert te lachen: gekker moet het toch niet worden, Marina! Ja, de autobio bestaat, en hij heet in het Engels 'Gathering evidence'. De achterflap belooft 'a dark pain and drama', dus dat zit wel goed. En Piet, je bent een schat. Geen inhoudelijke reactie (ik herken alles, dat wel), alleen maar dat gevoel. De essentie, zeg maar.
Een reactie posten