woensdag 19 september 2007

Het antwoord dat Charlotte gaf


Al een paar dagen vraag ik me op deze plaats af waar kunst goed voor is. Daarom heb ik ook steeds het boek van John Carey bij me, waarin hij zich bezighoudt met die vraag: 'What good are the arts?'. Vandaag, in het Joodse Museum in Berlijn, gaf een Charlotte Salomon mij een antwoord. Ik kende haar indrukwekkende autobiografie in gouaches en tekst, 'Leven, of theater?', maar was blij verrast hier de originelen te zien.

Was ze niet vermoord, in Auschwitz, dan zou haar werk misschien nooit bekend zijn geworden, al heeft het een volstrekte eigenheid en originaliteit. Dat is wrang, want ze heeft een talent als dat van Raoul Dufy, aan wiens werk het hare me in de verte doet denken. Maar autobiografisch schilderen, op papier, als vrouw: het zou haar vast geen roem gebracht hebben, was zij blijven leven.

Blijven leven: dat was voor Charlotte Salomon een belangrijk thema, met een familie waarin bijna iedereen die niet beschikte over een fatale dosis Veronal zich uit het raam te pletter liet vallen. Haar verliezen deden me denken aan die van Maruca Reyes. Alleen was zij niet in staat te schilderen hoe de doden haar hebben getekend. Charlotte Salomon kon dat wel. Terwijl de wereldgeschiedenis die haar dood zou worden haar toevluchtsoord aan de Cote d'Azur steeds dichter naderde, gaf ze vorm aan haar persoonlijke geschiedenis.

In die tijd bevond ze zich al in de 'Garten des Exils', zoals die in het museum wordt genoemd, want ze was gevlucht uit Duitsland. De ballingschap van zoveel joden is er weergegeven door (alweer) grote betonnen blokken die een rasterwerk van gangen doen ontstaan. Loop er doorheen en je wordt licht misselijk door het hellend vlak waarop de blokken zijn neergezet. Beton is duidelijk het medium voor beeldende kunst over de holocaust.

Maar Charlotte Salomon verbleef in een hotel aan zee, en kwam tot een hoopvolle afronding, die onder andere omstandigheden een nieuw begin had kunnen zijn. Steek je energie niet in het beeindigen van je leven, maar in het beschrijven ervan: dat is haar conclusie. In de laatste gouaches noemt ze het leven mooi. We zien haar in een badpak, uitkijkend over zee. Kort daarna, weten we, trouwt ze en wordt zwanger. Ik bewonder haar en vraag me af waarom Maruca niet zo'n vorm van loutering heeft kunnen vinden. Dan is er Auschwitz.

Wat er met Charlotte Salomon verdween wordt ook verbeeld in het museum, in de Leerstelle des Gedenkens: een lege ruimte in het midden van het gebouw, hoog, van grijs - jawel - beton, waar je vanaf de tentoonstelling over de joodse geschiedenis af en toe al een blik in kunt werpen. Op de grond liggen duizenden ijzeren maskers met Munch-achtige, schreeuwende monden. Toch is het er stil. Pas als je over de gezichten loopt - iets waar de kunstenaar toe uitnodigt maar wat je toch niet gemakkelijk doet - hoor je hun aanklacht, door het indringende geluid van metaal dat schuift en schaaft over metaal.

Ik zal dat niet vergeten. Maar meer nog zullen me bijblijven de zalen met het werk van Charlotte Salomon. Een conservator met ervaring op het gebied van levensvreugde heeft haar gouaches geplaatst tegen prachtig gekleurde wanden. Het geheel is een ode geworden aan twee jaar van koortsachtige creativiteit, waarin menige 'dark night of the soul' werd omgezet, eerst in een activiteit die - dat kan niet anders - zinvol was voor Salomon zelf, dan in de uitkomst waar wij nu naar kunnen kijken. Alleen vreemd dat het druk was in het museum, maar er in deze zalen bijna geen bezoekers waren.

Geen opmerkingen: