zaterdag 15 september 2007
Spreekbuis voor welbespraakten
Graham Swift heeft het zich niet gemakkelijk gemaakt, schreef een recensent, over 'Tomorrow'. De hoofdpersoon, Paula Hook, ligt een nacht wakker, naast haar man, en wij hebben toegang tot haar gedachten. Was het een willekeurige nacht geweest, met dat obsessieve malen over steeds hetzelfde dat het kenmerk is van het meeste wakkerliggen, dan had de recensent gelijk had.
Maar al is de plaats van handeling een bed waarin alleen maar wordt gelegen, en bestaan de hoogtepunten van de actie uit draaien op een andere zij en horen dat het harder regent, Swift heeft keuzes gemaakt die het lezen over deze doorwaakte nacht stukken spannender maakt dan het woelen dat ik uit eigen ervaring ken. Kon tobben in het echt ook maar zo boeiend zijn.
Al op de eerste bladzijde, aan het begin van de nacht, wordt duidelijk dat er de volgende dag iets onthuld zal worden aan de twee kinderen van het echtpaar, een tweeling die net zestien is geworden. Wat dat zal zijn ligt nogal voor de hand, maar je wilt er als lezer toch het fijne van weten, en moet zeker honderd bladzijden door voor je vermoeden wordt bevestigd.
Dat is te danken aan het vakmanschap van Graham Swift, natuurlijk, en heeft niets met het personage Paula Hook te maken. Geen mens denkt in mooi bemeten hoofdstukken met een zorgvuldig gedoseerde informatiestroom, en al helemaal niet 's nachts. Gelukkig houdt literatuur zich niet aan de wetten van het leven. Van het leven zelf is er al meer dan genoeg. Lees je een roman, dan wil je een geest ontmoeten die betekenis toekent aan dat leven.
In deze blog is de geest aan het woord die gaat schrijven over Maruca Reyes. Maar er zijn nog veel beslissingen te nemen voor ik kan beginnen. Een belangrijke, nog onbesliste kwestie is die van het perspectief. Kan ik Maruca als personage direct laten spreken, in de eerste persoon? Dan moet zij wel in staat zijn tot interessante gedachten. Of kan ik ook een domme, verbitterde, saaie of hysterische vrouw aan het woord laten?
In 'The Polysyllabic Spree', Nick Hornby's charmante maandelijkse beschouwingen over de boeken die hij kocht en de boeken die hij las (lang niet altijd dezelfde), zegt hij dat Ian McEwan zijn talenten verspilt als spreekbuis voor de toch al welbespraakten. Hornby vindt de hoofdpersoon in 'Saturday' een typisch voorbeeld van iemand die de literatuur niet nodig heeft om gehoord te worden. Waarom geen roman over het leven van mensen die daar zelf geen boek over kunnen schrijven?
Het is een interessante vraag. Hornby's eigen personages zijn minder posh dan die van McEwan, maar verder toch verre van dom. En ik lees zijn boeken vooral om mijn ontmoeting met de schrijver. Hornby lezen is samen met Hornby kijken naar zijn personages. Die zijn menselijk, en dus vervelend en sympathiek tegelijk, maar altijd iets minder geestig, mild en slim dan Hornby zelf.
Wat heb ik gemeen met Maruca Reyes? Kan ik mij in haar verplaatsen of moet ik mij van haar distantieren? Laat ik onze stemmen deels samenvallen of neem ik nadrukkelijk afstand? Ik kan er nog niet over beslissen, want ik weet te weinig van haar. Ik wacht op een onthulling. Daarom ga ik naar Berlijn. Tomorrow.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten